Baanetiquette

Door de baanetiquette te volgen houden we gezamenlijk de golfbaan netjes en zoveel mogelijk schadevrij:

  1. Repareer pitchmarks op de green. Niet alleen uw eigen, maar ook standaard 1 extra.
  2. Leg uitgeslagen plaggen terug en druk ze goed aan met de schoen.
  3. Betreed en verlaat bunkers aan de lage kant (achterkant) en niet aan de steile/hoge kant (greenkant) en hark ze netjes aan na het betreden.
  4. Gebruik de trolley alleen op de paden en fairway en indien nodig de semi-rough (gemaaide rough).
    Rijd dus niet over de teebox en door de hoge rough (ongemaaide rough) en houd de trolley ver van de green oftewel ruim 5 à 10 meter. Zet de trolley 1) voor de voorgreen (witte kalklijnen), 2) bij het ‘Next tee’ bordje of 3) richting de volgende tee neer en neem vervolgens de benodigde clubs los mee richting de green. Zie noot.
  5. Loop niet met de draagtas over de green en zet de draagtas bij voorkeur niet op de voorgreen en fringe/apron neer.
  6. Het is niet toegestaan (lees: verboden) om met Driving Range ballen (oefenballen) op de baan te spelen.

Noot:
De 13 oude holes van de Shortgolfbaan (1 t/m 8 + 14 t/m 18) zijn aangelegd met de gedachte dat men enkel één club en een putter of een kleine draagtas nodig heeft op de baan. Tegenwoordig spelen veel golfers met een trolley op de Shortgolfbaan en is het dus niet altijd mogelijk om deze ‘ver van de green‘ te houden als je naar de volgende afslag wil lopen. Kies op deze holes daarom de meest logische weg, ook al kom je daardoor wellicht te dichtbij de green.